Piet Slagerstraat

Piet Slager komt reeds als 10-jarige knaap op de Bossche kunstschool terecht: de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten. Hij kreeg er les van zijn vader. Piet Slager vervolgde zijn opleiding in Antwerpen en Parijs. In 1898 keert hij terug naar zijn geboortestad en wordt er - net als zijn vader - leraar. Op 29 november van dat jaar benoemt de Bossche gemeenteraad hem tot leraar handtekenen voor de cursus 1898-1899. Daaraan was een salaris verbonden van 150 gulden, vermeerderd met een bedrag per lesuur en een aandeel in de uitkering van de ontvangen schoolgelden. Hoe meer leerlingen hoe meer salaris dus voor de leraar! Het arbeidscontract zou verlengd worden.

Piet Slager heeft Huib Luns vijf jaar lang meegemaakt als directeur van de Koninklijke School (1918-1923). Luns maakte met Slager deel uit van een vrienden- en kunstenaarskring, waartoe onder andere ook Herman Moerkerk en August Falise hoorden. Aan de school heeft Piet Slager les gegeven aan ondermeer Gerard Röling, Hendrik de Laat, Gerard Gerrits, Jan van den Thillart, Charles Grips, Arnold van de Laar, Gerard Hurkmans en Marinus de Leeuw.

Hij was niet alleen pedagoog, maar ook kunstenaar. Piet Slager schilderende landschappen, stillevens en portretten. Hij werd om zijn vakmanschap geroemd, onder andere door Jozef Israël en H.W. Mesdag.

Op 8 februari 1938 overleed Piet Slager.

Ter nagedachtenis aan de kunstenaarsfamilie Slager ontstond er in 's-Hertogenbosch het Museum Slager, waarin werken van hen en met hen verbonden kunstenaars permanent worden tentoongesteld. Het grootste aandeel in het totstandkomen van dit museum hadden de heer en mevrouw Bergé-Slager, schoonzoon en dochter van Piet Slager. Het Museum Slager werd geopend op 23 april 1976.

Zeventien jaar tevoren, op 23 juni 1959, had de gemeenteraad van 's-Hertogenbosch de kunstenaarsfamilie al geëerd, door een straat in het stadsdeel Aawijk-Noord naar hem te noemen: de Piet Slagerstraat. Zowel Piet als diens vader Petrus M. Slager gold dit eerbetoon.